De Canarische Eilanden zijn mooi, maar helaas geen
zeilersparadijs. Althans dat vinden wij. De meeste eilanden zijn hoog, waardoor de wind tussen de eilanden door wordt gestuwd en vaak vrij hard is. En ook midden op zee kan zomaar de windkracht verdubbelen, zonder
(voor ons) aanwijsbare redenen en dan even later weer halveren. Erg alert
zeilen dus en vaak reven/ontreven. Maar het belangrijkste minpunt is wel dat er weinig geschikte
ankerplekken zijn. Dat wil zeggen plekken waar het voldoende ondiep is om te ankeren
(minder dan 15 m) en waar de bodem niet bestaat uit rotsen, maar ook zanderige
plekken bevat, én waar niet te veel golven zijn. Die laatste voorwaarde blijkt vaak lastig, waardoor we vaak oncomfortabel liggen te klotsen. Op Fuerteventura was dat zelfs zo erg dat we midden in de nacht maar vertrokken zijn. Er volgde een prachtige zeiltocht onder de volle maan. De rust was een verademing en eindelijk kon één van ons weer wat slapen.
De gehele archipel heeft dus slechts een handvol goede ankerplekken. En de beste daarvan liggen in het seizoen (nu dus) tjokvol.
![]() |
Volle ankerplek Gran Canaria, Las Palmas |
Op de wat minder goede, maar vaak wel leukere, ankerplekjes lig je echter meestal met slechts een paar boten of zelfs alleen.
![]() |
Prachtig vulkanisch gesteente bij Bahia de Antequera |
De kusten zijn vaak hoog, waardoor ankerplekken ‘in de luwte’
van de kust gegeseld worden door valwinden. Bij weinig wind vallen die nog wel
mee, maar bij de standaard NNO wind van 5 Bft zijn ze ronduit oncomfortabel.
Valwinden zijn aanzienlijk harder dan de wind buiten, komen onverwacht in korte
keiharde vlagen en komen, als het tegenzit, zelfs uit meerdere richtingen. Terwijl
het buiten zo'n 15 kn waaide, hadden wij in Bahia de Antequera (Tenerife) vlagen van soms 25 kn wind in de top van de mast (daar zit
onze windmeter) en op het wateroppervlak nog aanzienlijk meer, zelfs zodanig dat het water opstoof. Blijkbaar ontstond er daarnaast soms ook een soort onderdruk
in de baai (tussen de valwinden door), waardoor de wind opeens 180 graden
draaide, en dan dus recht van achteren kwam. En daar weet onze boot dan wel raad
mee! Die waait met alle winden mee, totdat de ankerketting weer strak staat. Af
en toe werden we zo met 1,5 kn snelheid door de baai geblazen. Erg onrustig! Gelukkig lagen we als enige in de baai, zodat we voldoende ruimte hadden voor deze capriolen. Maar erg onrustig was het wel!
![]() |
GPS posities gedurende 24 uur: de boot wordt alle kanten op geblazen. |
Dit alles maakt tochtplanning door de eilandengroep erg lastig. Temeer
daar de wind veelal uit het NO komt en vaak zodanig hard is dat het erg oncomfortabel
is om er tegenin te zeilen. We zijn dan ook eindeloos bezig met de interpretatie
van gribfiles (computervoorspellingen van wind en
golven, die echter onvoldoende rekening houden met kusteffecten) en proberen te beredeneren waar we goed zouden kunnen liggen en hoe onze route eruit zou kunnen zien. Lastig. Er zijn weinig mogelijkheden. Uiteindelijk besluiten we maar voor de makkelijkste weg te kiezen en in de marina van Santa Cruz op Tenerife te gaan liggen. Het kost een paar centen, maar dan heb
je ook wat! De luxe van zo je boot af te kunnen stappen zonder bijbootjesgedoe,
heerlijke douches, internet, en een boot die niet meer beweegt en geen
kabbelende golfjes meer naast ons bed. ’s Nachts is het daardoor opeens
onwerkelijk stil. Ook dat is weer even wennen. Maar het belangrijkste voordeel van een marina is wel dat we de boot met een gerust hart achter kunnen laten. We huren een auto en trekken het prachtige binnenland in.
![]() |
De hoogste vulkaan, de Teide komt tevoorschijn uit de wolken |
![]() |
Boven de wolken schijnt de zon |
![]() |
Kenmerkende wolk achter de vulkaan |
En het is een hele bijzondere ervaring om een aantal klimaatzones/jaargetijden binnen een paar uur te doorkruisen. Aan de kust subtropisch, met palmen, cactussen
en ongeveer 28 graden (zomer), op 1 km hoogte eindeloze naaldbossen, veelal in
de wolken (herfst) en op 2 km hoogte prachtig weer, stralende zon en zo’n 2
graden (winter).
Na het bijzondere vulkaanlandschap rond de Teide, dalen we af naar de kust.
![]() |
Masca, aan de NW kust |
Onze boot doet het (tot nu toe) heel erg goed! Er gaat niks kapot
en we hoeven dus niet te klussen. De enige ‘problemen’ die we hebben gehad zijn
ICT en elektronica problemen. Onze AIS werkte niet goed en heeft nooit goed
gewerkt. Erg irritant. Uiteindelijk bleek de oplossing een ander softwarepakket
te zijn, dus die doet het nu gelukkig weer. Verder deed de laptop het niet goed
meer, maar na eindeloos pielen krijgt Hennie die ook weer aan de praat. En onze
marifoon heeft de geest gegeven. Ondanks het feit dat ie 'spatwaterdicht' is en er nog nooit een waterdruppel in de buurt van het ding is gekomen, is de vochtige atmosfeer in de boot blijkbaar voldoende om het ding de das om te doen. Dat probleem was echter wel simpel oplosbaar: een nieuwe kopen.
Het enige wat ons wat zorgen baart is de aangroei van ons
onderwaterschip. We hebben nu al last van beestjes/plantjes die zich met kalkskelletjes
op onze boot vastplakken en lastig te verwijderen zijn. Wat moet dat
straks worden in de Carieb? Voorlopig maar regelmatig schoonmaken en hopen dat
hierdoor de aangroeiwerende verf niet te snel slijt.
En nu zijn we aan het dubben wanneer over te steken naar de Kaap Verden. Nog een paar dagen wachten totdat de wind wat minder wordt en dus veel havengeld betalen (bij gebrek aan goede ankerplekken) of toch maar vertrekken? Heerlijk toch wanneer dit de belangrijkste vragen zijn waar je je druk over maakt. We genieten nog steeds volop van dit eenvoudige en relaxte
leven!