donderdag 27 maart 2014

De Maagdeneilanden

Het Britse deel van de Maagdeneilanden (BVI) slaan we dit keer over, ze zijn leuk maar erg druk. We hebben een visum voor de VS wat ons de mogelijkheid geeft de Amerikaanse Maagdeneilanden (USVI) te bezoeken en de Spaanse, die onderdeel zijn van Puerto Rico (en die tegen wil en dank ook onderdeel van de VS zijn). Columbus noemde deze eilanden ‘Santa Ursula y Las Once Mil Virgines’, naar een prinses uit de 4e eeuw en haar 11000 maagden.
De harde winden die zo kenmerkend zijn voor de Carieb behoren inmiddels gelukkig tot het verleden; we zijn nu in een gebied dat beïnvloed wordt door de depressies die in het voorjaar over de Atlantische Oceaan trekken. Ten zuiden van deze depressiebaan, zijn er regelmatig periodes met rustig weer. Eindelijk kunnen we weer met vol tuig zeilen!

De USVI zijn eeuwen onderdeel geweest van Denemarken; pas in 1917 heeft de VS om strategische redenen deze 3 eilanden gekocht. St Croix, St Johns en St Thomas zijn alle drie heel verschillend van karakter. Wat ze gemeen hebben is hun plantageverleden in de 18e en begin 19e eeuw. Hoofdzakelijk suiker en tabak.



Op de eilanden zijn nog diverse restanten uit dit afschuwelijke koloniale verleden te vinden.
Plantagehuis (totaal andere stijl dan in Suriname)
St Annaberg Sugar Plantation ruine van de molen
 

detail muur
Op St Croix is nauwelijks sprake van toerisme en ook cruisers doen dit eiland nauwelijks aan. In de 2 steden is duidelijk het Deense verleden merkbaar.
Christiansted

De stenen zijn als ballast uit Denemarken meegenomen
Op St Croix is ook de redelijk bekende werf ‘Gold Coast Yachts’. Ze hebben in het verleden een aantal erg mooie multihulls gebouwd en richten zich nu op de zakelijke markt. Dus wij met kaart in de hand op zoek naar de werf. We vinden wel de plek waar Columbus voet aan land gezet heeft, maar niet de werf. Na wat rondvragen blijkt dat ze via het terrein van een klein jachthaventje te bereiken zijn. Geen bord aan de weg, niks. Maar inderdaad, de route (weg is een te groot woord) is breed genoeg voor vrachtwagens. Achter op het jachthaventerrein staan inderdaad de loodsen. Heerlijk rommelig, maar ze bouwen nog steeds de prachtigste schepen.
grote chartercat voor Hawai
loods
afbouwsteiger met wave piercing ferry voor Puerto Rico
Toevallig maken we St Patrick’s Day mee op St Croix. Er is een bonte parade met veel muziek.

Bij St Croix ligt Buck Island waar je prachtig kunt snorkelen. Helaas is veel koraal afgestorven door orkaan Hugo en doordat in 2005 het water warmer was dan normaal.
voor anker bij Buck Island



Daarna gaan we naar het volgende eiland van de USVI, St John. Het grootste deel van dit eiland is in 1954 door Rockefeller opgekocht en aan de staat gegeven zodat het een nationaal park kon worden. Gaandeweg is het nationaal park uitgebreid en het beslaat nu ¾ van het eiland. En dat levert prachtige plaatjes op.








Om het zeegras te beschermen is ankeren vrijwel nergens toegestaan en zijn mooringboeien gelegd in de vele prachtige baaien die het eiland rijk is.
Leinster Bay


Op het eiland St Thomas staat de toeristenindustrie voorop.


We zijn nog lang niet uitgekeken op de USVI, maar helaas ‘moeten’ we verder, want we willen ook nog tijd hebben voor Puerto Rico en de Bahama’s. Dus gaan we op weg naar de Spaanse Maagdeneilanden.


Culebra is een waar cruisersparadijs: vele erg beschutte ankerplekken en een prachtige onderwaterwereld. Vaak liggen we met slechts een handjevol boten in de mooiste baaien. Om het zeegras en koraal te beschermen, zijn ook hier mooringboeien. Maar anders dan in St John zijn deze gratis.
aan een mooringboei achter een rif in Culebra
paradijselijke ankerplek bij Culebrita


koraal onder de boot



Op het kleine eilandje naast Culebra, Culebrita, staat een prachtige ruine van een oude vuurtoren.




Op vrijwel ieder blog noemen we het en nu dus wederom: de ontzettend aardige en gastvrije mensen op de eilanden. Culebra en Vieques spannen hierbij de kroon. Heel bijzonder! We ontmoeten ook vele leuke cruisers. Bijvoorbeeld John Patterson, ontwerper en bouwer van multihulls. Hij woont tegenwoordig op zijn mooie 44 voeter ‘Buddy’.Zie http://pattersonyachts.com/ 


John heeft diepe indruk op ons gemaakt. Hij is aan één oog blind, ziet met het andere nog maar 40%, maar laat zich daardoor in het geheel niet uit het veld slaan en zeilt nog steeds solo!

We zijn nu in Vieques, Esperanza. We zijn van plan morgen naar het 'vasteland' van Puerto Rico te gaan.

donderdag 13 maart 2014

Dagelijkse beslommeringen

Velen vragen zich af wat we nu eigenlijk doen zo’n hele dag in de Carieb. Nou, vandaag zijn we aan het ‘wachten’ op een ‘cruising permit’ die we nodig blijken te hebben voor onze volgende bestemming, een nationaal park hier bij St Croix, US Virgins. We zijn dus ‘gedwongen’ om ons vertrek uit te stellen en hebben daardoor opeens tijd ‘over’. Tijd dus om op dit blog eens wat dieper in te gaan op ons leven van alledag.

We proberen naar de typische Carieb slogan te leven: ‘Sail Fast, Live Slow’.


‘Sail fast’ valt echter wel vaak een beetje tegen hier, er zijn weinig momenten dat onze snelheid meer dan 10 knopen bedraagt. De zee is namelijk meestal zodanig ruw dat Yana, als we haar teugels laten vieren, er als een dol paard vandoor gaat en van golftop naar golftop gaat springen. Een lokale trimaran hier heet heel toepasselijk ‘Rodeo Clown’….

‘Live slow’ gaat ons inmiddels wat beter af, maar eerlijk gezegd lijkt het soms alsof het jachtige Nederlandse leven bijna tot in onze genen doorgedrongen is, zo lastig blijkt het om, met name voor Trijnie, er een Caribisch levenstempo op na te houden.
Dagelijkse dingen die je in Nederland bijna terloops doet, kosten hier veel meer tijd. Bijvoorbeeld boodschappen doen. We liggen altijd voor anker of aan een mooringboei, dus boodschappen doen begint standaard met een vaartocht met het bijbootje naar de wal. Vaak zijn de (toegestane) ankerplekken ver van de kant en is de vaartocht met ons kleine bootje niet altijd even comfortabel (namelijk hobbelig en nat). Ons zelf gefabriceerd spatschermpje voorkomt échter dat wij (én de boodschappen) doorweekt aankomen.


Een enkele keer is er een supermarkt vlak bij een ‘dinghydock’ (een steigertje waar je met je bijbootje kunt aanleggen), maar meestal gaat boodschappen doen gepaard met wat sjouwwerk en dat vaak in de hete zon. Soms veroorloven we ons de luxe van een huurauto om het eiland rond te toeren en dan gaan we natuurlijk meteen even flink inkopen doen. Zoals gisteren. Hier op St Croix, US Virgins, rijden ze overigens links, met Amerikaanse auto’s die voor rechts rijden bedoeld zijn. Even wennen dus met het stuur aan de verkeerde kant van de weg. Dat boodschappen doen hier ging gisteren zo ongeveer als volgt. We zien ver buiten de bebouwde kom een mall met een supermarkt. We hebben geen idee welke supermarkt goedkoop of duur is, maar deze heet ‘Pueblo’, dus dat klinkt goedkoop. We laden ons karretje vol, en onderdrukken eerst nog het steeds sterker wordende gevoel dat dit zelfs voor USVI begrippen een dure winkel lijkt. Totdat we zeker weten dat we hier toch echt veel te veel betalen en we de helft maar weer uit ons karretje halen en op zoek gaan naar een goedkopere supermarkt. Auto in, paar km verderop komen we weer een shopping mall tegen, nu met een Kmart. Klinkt goed. Winkel in, blijkt erg groot te zijn, maar met een bijzonder assortiment. Wel wat voedingsmiddelen, die inderdaad een stuk goedkoper zijn, maar vooral veel huishoudelijke spullen. We laden een paar dozen in de auto en gaan op zoek naar een volgende supermarkt waar we het restant van ons kooplijstje hopen af te kunnen strepen. Weer een paar km verderop zien we een volgende shopping mall. De supermarkt daar is inderdaad goedkoper dan Pueblo en heeft een verassend assortiment met ook een aantal grootgebruik verpakkingen. We laden onze kar weer vol en stouwen dat weer in ons autootje, inmiddels op de achterbank. Inmiddels is het bijna donker als we bij ons bijbootje aankomen. Dat gaat dus allemaal niet in ons kleine bijbootje passen! En meerdere lange bijbootritten is ook niet heel handig. Dus één van ons vaart met het bijbootje naar een steigertje dichter bij de boot, terwijl de ander de auto naar dat steigertje rijdt. Daar laden we twee maal de bijboot vol en brengen dat naar de boot. He, he, klaar! Maar helaas krijgen we een steeds onrustiger gevoel over de plek waar we ons autootje achter gelaten hebben; alle andere auto’s zijn inmiddels bij het vallen van de nacht vertrokken en ons huurautootje staat er nu moederziel alleen. En dat op een eiland dat een tijdlang gemeden is door cruiseschepen vanwege de kleine criminaliteit…. Dus maar weer terug naar het steigertje, de één rijdt de auto terug naar de stad, de ander tuft er in het bijbootje naar toe. En dan vervolgens samen weer het hele end terug. Als we weer terug zijn aan boord heeft het halen van boodschappen ons al met al 5 uur gekost. En prijzen we ons erg gelukkig dat het niet regent of hard waait….

En zo kost alles ons veel meer tijd dan in Nederland. Denk aan water tanken, kleding wassen, etc. Bij dat etc. hoort ook internetverbinding zien te krijgen. Vaak is er geen wifi signaal (gratis of betaald) en moeten we naar de wal om daar ergens een signaal op te pikken of naar een internetcafé. Maar zelfs dan is het een tijdrovend klusje om met een slome en instabiele verbinding bijvoorbeeld een blog te uploaden....
Maar dit tijdverdrijf hoort er allemaal bij en maakt onze reis tot wat ie is, namelijk een hele andere manier van leven dan in Nederland met al zijn ‘vanzelfsprekende’ luxe.

Tot nu toe hebben we geen tijdrovende ervaringen met de bureaucratie van alle landen en landjes die we aandoen. Het in- en uitklaren gaat meestal behoorlijk efficiënt, enkele uitzonderingen daargelaten. Maar vandaag maken we dus kennis met de bureaucratie van de US Virgins. In de pilot (vaaraanwijzingen) staat over onze geplande volgende bestemming dat we ‘verzocht’ worden om een permit aan te schaffen. We hebben besloten om dat dan maar te gaan doen. We zijn per slot van rekening in de US en het wemelt hier van de advocatenkantoren. Bovendien hangen er bij de douane en immigratiedienst opvallend veel geboden en verboden met bijbehorende sancties aan de muur. Voldoende indoctrinatie voor ons om ons als brave toeristen te gedragen. Dus we halen even een permit. Dachten we. Maar we overschatten de autoriteiten, want het afgeven van een permit kost maar liefst 5 dagen. Na wat heen en weer praten kan het misschien ook wel vandaag geregeld worden; we moeten over een uur maar even terug komen. Dus tuffen we opnieuw naar de stad. ‘Helaas, nog niet gelukt, maar misschien lukt het vanmiddag nog wel’. En dus zit ik hier vanmiddag op een bankje aan de waterkant dit blog te updaten terwijl Hennie weer naar het kantoortje van het nationale park gaat om te proberen het permit alsnog te bemachtigen.


Het is duidelijk, het motortje van ons bijbootje maakt overuren. We gebruiken heel wat meer benzine met ons bijbootje dan met de motor van Yana! Tijd voor een zeilende bijboot..?!

En ach, als het niet lukt een permit te bemachtigen dan stellen we gewoon onze plannen bij en laten we het snorkelparadijs aan ons voorbijgaan. Dan gaan we gewoon op een andere plek genieten van de prachtige omgeving (wandelen, snorkelen, relaxen in de kuip) en ‘socializen’ met andere cruisers. En weer plannen maken voor de volgende bestemming (waar gaan we naartoe, wat gaan we daar doen, waar kunnen we goed liggen etc.).  Vervelen doen we ons nog lang niet, de dagen zijn nog steeds veel te kort…… Net als in Nederland…

zaterdag 8 maart 2014

Vulkanisch Nederland

Na Guadeloupe gaan we naar een rij eilandjes die op een iets westelijker cirkelboog liggen.


De vulkaan van Montserrat is nog steeds erg actief.

actieve vulkaan op Montserrat

Het daarop volgende eiland, Nevis, bestaat min of meer uit één vulkaan, waardoor het eiland een prachtig silhouet heeft.


Nevis heeft relatief weinig bebouwing, waardoor de flanken prachtig groen zijn.


Charlestown, de hoofdstad, is een leuk plaatsje.


Af en toe zijn de zonsondergangen prachtig. 2 deelnemers van de 600 mijls race (RORC Caribbean 600) zorgen ervoor dat ons uitzicht nog mooier wordt.


Na een korte stop op St Kitts, gaan we naar een stukje vulkanisch Nederland, namelijk Sint Eustatius. 


Er zijn maar een handjevol zeilboten die dit eiland aandoen. De redenen? Slechte ankerplek omdat er meestal veel golven staan en een niet erg interessant eiland. Het eerste argument moeten we helaas onderschrijven; we liggen er verschrikkelijk te hotseklotsen!


Maar wij vinden dat het eiland dit ongerief zeker waard is! Vroeger was Oranjestad een belangrijke handelshaven en veel restanten uit deze periode zijn nog duidelijk zichtbaar.
zo was het vroeger

en zo is het nu na jarenlange kustafslag
opgegraven restanten oud pakhuis
gerestaureerd pakhuis
restanten pier
De Nederlandse invloed is duidelijk merkbaar in de bouwstijl. 

Fort Oranje



 En inmiddels is het echt een stukje Nederland.


Langzaam maar zeker worden steeds meer delen van de stad opgeknapt, maar er staan ook nog erg veel krotten.
ook dit is Oranjestad
We beklimmen de vulkaan.


Onderweg zien we erg veel krabben.



Op de kraterrand genieten we van een prachtig uitzicht


steile binnenflank van de krater met grote, oude bomen


Door het oncomfortabele gehotseklots besluiten we eerst maar even naar een rustige ankerplek te verkassen. En dat wordt St Barthelemy. Dit is een zeer welvarend eiland dat ook veel bezocht wordt door megajachten. 



Ook het naastgelegen onbewoonde eiland Ile Fourchue vinden we erg mooi.




Na deze rustige ankerplekken gaan we naar het volgende stukje Nederland, Saba.

Onder vol tuig (!) naar Saba
Dit is een eilandje dat vrijwel alleen uit steile bergwanden bestaat. De eerste dag liggen we er opvallend rustig aan een mooringboei.




Het is een keurig aangeharkt eilandje met een kenmerkende bouwstijl.




Het eiland is erg geliefd bij wandelaars en duikers, maar gelukkig blijft het toerisme kleinschalig. We maken een vermoeiende, maar prachtige wandeling naar het hoogste punt van het Koninkrijk der Nederlanden (877 m).

Sinaasappels, papaya's en bananen




Jammer genoeg wacht ons boven geen mooi uitzicht.


Helaas loopt er de volgende dag een stevige swell (lange golven) langs het eiland. Gelukkig komen wind en golven uit dezelfde richting en liggen we nog redelijk comfortabel met de kop in de golven. Wel bijzonder om in een dergelijke oceaandeining aan een mooringboei te liggen! ‘s nachts valt de wind echter vrijwel weg en wordt de boot door de stroom dwars op de golven geduwd. Een achteranker om de kop in de golven te houden is niet mogelijk: ankeren is niet toegestaan en bovendien is het te diep. Dus dat betekent een nachtje erg oncomfortabel hotseklotsen. Maar ja, je moet wat over hebben voor zoveel moois…..

Voor het eerst tijdens onze reis moeten we even serieus klussen aan onze boot. Een aantal ramen lekken en de zoutwaterpomp in de keuken blijkt te lekken. Daarnaast is een pal in een lier gebroken en heeft deze de lier intern beschadigd. Sint Maarten heeft twee grote watersportwinkels, waar we de meeste benodigde spullen hebben kunnen kopen. Een goede reden dus om naast de Heineken regatta het super toeristische Sint Maarten te trotseren.


Tijdens het klussen worden we regelmatig afgeleid door al het moois dat er rondvaart.

De oude Johnny be Bad van Richard, nu de  Johnny be Good
Sint Maarten heeft een groot binnenmeer, waar veel jachthavens en mooringboeien zijn. De brug die toegang geeft tot dit meer draait maar 4x per dag, hetgeen leidt tot filevorming. Het lijkt wel Medemblik na afloop van een 24 uur!. Maar dan met gemiddeld wat grotere jachten én heerlijke temperaturen.....