vrijdag 27 september 2013

Algarve

We ronden Cabo Vincente (de ZW-punt van Portugal) op het moment van de dag dat er de minste wind is, ’s nachts dus. Slecht voor de nachtrust, maar dat is het meer dan waard, want we treffen inderdaad niet meer dan 5Bft bij de kaap.

De zuidkust heeft grote hotelcomplexen en is erg toeristisch.


hotels en uitgaansgelegenheden, waarvan je op de ankerplek nog kunt 'meegenieten'
Een enorm verschil met Sines aan de westkust. De reden is overduidelijk: een jaarrond aangenaam klimaat, een watertemperatuur van zo’n 20 graden en een prachtige kust met vele strandjes.











De strandjes ontstaan door erosie. En die laat ook in het bebouwde gebied duidelijk zijn sporen na....



De zuidkust heeft ook een aantal hele leuke oude (deels ommuurde) stadjes.




Delen van de kust bestaan uit wadachtige gebieden. Zoiets als in Nederland, maar dan met begroeide platen (zeegras en andere vegetatie) en een (arbeids)intensieve schelpdierteelt op de droogvallende platen. Grote delen zijn N2000 gebied, met flink wat 'bestaand gebruik'.











En met mooie waddeneilandjes, zoals bijvoorbeeld Culatra.




Het gelijknamige dorpje op dit eiland heeft geen verharde wegen, het enige gemotoriseerde verkeer bestaat uit een aantal tractors. Het heeft zelfs pas sinds 1993 elektriciteit en sinds 2009 riolering en stromend water.




Het dorpje is helemaal niet toeristisch en leeft voor het overgrote deel van de visvangst en schelpdierteelt.




In de kreek naast het dorp liggen een groot aantal 'zeenomaden', (zeil)boten die permanent bewoond worden en waarvan de meeste waarschijnlijk nooit meer zullen vertrekken.



Aan de vaste wal laten we onze gasfles vullen en in Faro halen we, met enige moeite, de bandjes op voor ons Brompton fietsje (niet gangbare afmetingen) die vanuit Lissabon zijn opgestuurd.
 

Ewoud, een vriend van ons uit Nederland, ligt hier ook met zijn prachtige Hughes 42 ‘Attitude’.


Erg gezellig! Hij heeft een naaimachine aan boord waarmee we onze genuazak repareren.

Het weer is nog steeds prachtig en soms is het ’s avonds vrijwel windstil. Wat een rust!



De stilte wordt alleen doorbroken door het gebulder van de branding aan de zeezijde van het eiland. 


Een zeezijde die gekenmerkt wordt door een prachtig strand waar je heerlijk in alle rust kunt wandelen. Hier zijn ook mooi de vele natuurlijke processen (steilranden, jonge duinen) te zien.


Na rijp beraad hebben we besloten Marokko, letterlijk, links te laten liggen. De enige haven waar we met onze boot, waarschijnlijk, kunnen liggen (Rabat) heeft een haveningang die met een beetje zeegang niet bevaarbaar is (deze wordt dan zelfs afgesloten), waardoor je de kans loopt er lang te moeten blijven.  En goede ankerplekken zijn er eigenlijk niet.  Afhankelijk van de wind gaan we daarom naar Madeira of rechtstreeks naar de Canarische Eilanden. Maar eerst wachten we hier nog een paar dagen tot de wind afzwakt en westelijker wordt.