donderdag 13 maart 2014

Dagelijkse beslommeringen

Velen vragen zich af wat we nu eigenlijk doen zo’n hele dag in de Carieb. Nou, vandaag zijn we aan het ‘wachten’ op een ‘cruising permit’ die we nodig blijken te hebben voor onze volgende bestemming, een nationaal park hier bij St Croix, US Virgins. We zijn dus ‘gedwongen’ om ons vertrek uit te stellen en hebben daardoor opeens tijd ‘over’. Tijd dus om op dit blog eens wat dieper in te gaan op ons leven van alledag.

We proberen naar de typische Carieb slogan te leven: ‘Sail Fast, Live Slow’.


‘Sail fast’ valt echter wel vaak een beetje tegen hier, er zijn weinig momenten dat onze snelheid meer dan 10 knopen bedraagt. De zee is namelijk meestal zodanig ruw dat Yana, als we haar teugels laten vieren, er als een dol paard vandoor gaat en van golftop naar golftop gaat springen. Een lokale trimaran hier heet heel toepasselijk ‘Rodeo Clown’….

‘Live slow’ gaat ons inmiddels wat beter af, maar eerlijk gezegd lijkt het soms alsof het jachtige Nederlandse leven bijna tot in onze genen doorgedrongen is, zo lastig blijkt het om, met name voor Trijnie, er een Caribisch levenstempo op na te houden.
Dagelijkse dingen die je in Nederland bijna terloops doet, kosten hier veel meer tijd. Bijvoorbeeld boodschappen doen. We liggen altijd voor anker of aan een mooringboei, dus boodschappen doen begint standaard met een vaartocht met het bijbootje naar de wal. Vaak zijn de (toegestane) ankerplekken ver van de kant en is de vaartocht met ons kleine bootje niet altijd even comfortabel (namelijk hobbelig en nat). Ons zelf gefabriceerd spatschermpje voorkomt échter dat wij (én de boodschappen) doorweekt aankomen.


Een enkele keer is er een supermarkt vlak bij een ‘dinghydock’ (een steigertje waar je met je bijbootje kunt aanleggen), maar meestal gaat boodschappen doen gepaard met wat sjouwwerk en dat vaak in de hete zon. Soms veroorloven we ons de luxe van een huurauto om het eiland rond te toeren en dan gaan we natuurlijk meteen even flink inkopen doen. Zoals gisteren. Hier op St Croix, US Virgins, rijden ze overigens links, met Amerikaanse auto’s die voor rechts rijden bedoeld zijn. Even wennen dus met het stuur aan de verkeerde kant van de weg. Dat boodschappen doen hier ging gisteren zo ongeveer als volgt. We zien ver buiten de bebouwde kom een mall met een supermarkt. We hebben geen idee welke supermarkt goedkoop of duur is, maar deze heet ‘Pueblo’, dus dat klinkt goedkoop. We laden ons karretje vol, en onderdrukken eerst nog het steeds sterker wordende gevoel dat dit zelfs voor USVI begrippen een dure winkel lijkt. Totdat we zeker weten dat we hier toch echt veel te veel betalen en we de helft maar weer uit ons karretje halen en op zoek gaan naar een goedkopere supermarkt. Auto in, paar km verderop komen we weer een shopping mall tegen, nu met een Kmart. Klinkt goed. Winkel in, blijkt erg groot te zijn, maar met een bijzonder assortiment. Wel wat voedingsmiddelen, die inderdaad een stuk goedkoper zijn, maar vooral veel huishoudelijke spullen. We laden een paar dozen in de auto en gaan op zoek naar een volgende supermarkt waar we het restant van ons kooplijstje hopen af te kunnen strepen. Weer een paar km verderop zien we een volgende shopping mall. De supermarkt daar is inderdaad goedkoper dan Pueblo en heeft een verassend assortiment met ook een aantal grootgebruik verpakkingen. We laden onze kar weer vol en stouwen dat weer in ons autootje, inmiddels op de achterbank. Inmiddels is het bijna donker als we bij ons bijbootje aankomen. Dat gaat dus allemaal niet in ons kleine bijbootje passen! En meerdere lange bijbootritten is ook niet heel handig. Dus één van ons vaart met het bijbootje naar een steigertje dichter bij de boot, terwijl de ander de auto naar dat steigertje rijdt. Daar laden we twee maal de bijboot vol en brengen dat naar de boot. He, he, klaar! Maar helaas krijgen we een steeds onrustiger gevoel over de plek waar we ons autootje achter gelaten hebben; alle andere auto’s zijn inmiddels bij het vallen van de nacht vertrokken en ons huurautootje staat er nu moederziel alleen. En dat op een eiland dat een tijdlang gemeden is door cruiseschepen vanwege de kleine criminaliteit…. Dus maar weer terug naar het steigertje, de één rijdt de auto terug naar de stad, de ander tuft er in het bijbootje naar toe. En dan vervolgens samen weer het hele end terug. Als we weer terug zijn aan boord heeft het halen van boodschappen ons al met al 5 uur gekost. En prijzen we ons erg gelukkig dat het niet regent of hard waait….

En zo kost alles ons veel meer tijd dan in Nederland. Denk aan water tanken, kleding wassen, etc. Bij dat etc. hoort ook internetverbinding zien te krijgen. Vaak is er geen wifi signaal (gratis of betaald) en moeten we naar de wal om daar ergens een signaal op te pikken of naar een internetcafé. Maar zelfs dan is het een tijdrovend klusje om met een slome en instabiele verbinding bijvoorbeeld een blog te uploaden....
Maar dit tijdverdrijf hoort er allemaal bij en maakt onze reis tot wat ie is, namelijk een hele andere manier van leven dan in Nederland met al zijn ‘vanzelfsprekende’ luxe.

Tot nu toe hebben we geen tijdrovende ervaringen met de bureaucratie van alle landen en landjes die we aandoen. Het in- en uitklaren gaat meestal behoorlijk efficiënt, enkele uitzonderingen daargelaten. Maar vandaag maken we dus kennis met de bureaucratie van de US Virgins. In de pilot (vaaraanwijzingen) staat over onze geplande volgende bestemming dat we ‘verzocht’ worden om een permit aan te schaffen. We hebben besloten om dat dan maar te gaan doen. We zijn per slot van rekening in de US en het wemelt hier van de advocatenkantoren. Bovendien hangen er bij de douane en immigratiedienst opvallend veel geboden en verboden met bijbehorende sancties aan de muur. Voldoende indoctrinatie voor ons om ons als brave toeristen te gedragen. Dus we halen even een permit. Dachten we. Maar we overschatten de autoriteiten, want het afgeven van een permit kost maar liefst 5 dagen. Na wat heen en weer praten kan het misschien ook wel vandaag geregeld worden; we moeten over een uur maar even terug komen. Dus tuffen we opnieuw naar de stad. ‘Helaas, nog niet gelukt, maar misschien lukt het vanmiddag nog wel’. En dus zit ik hier vanmiddag op een bankje aan de waterkant dit blog te updaten terwijl Hennie weer naar het kantoortje van het nationale park gaat om te proberen het permit alsnog te bemachtigen.


Het is duidelijk, het motortje van ons bijbootje maakt overuren. We gebruiken heel wat meer benzine met ons bijbootje dan met de motor van Yana! Tijd voor een zeilende bijboot..?!

En ach, als het niet lukt een permit te bemachtigen dan stellen we gewoon onze plannen bij en laten we het snorkelparadijs aan ons voorbijgaan. Dan gaan we gewoon op een andere plek genieten van de prachtige omgeving (wandelen, snorkelen, relaxen in de kuip) en ‘socializen’ met andere cruisers. En weer plannen maken voor de volgende bestemming (waar gaan we naartoe, wat gaan we daar doen, waar kunnen we goed liggen etc.).  Vervelen doen we ons nog lang niet, de dagen zijn nog steeds veel te kort…… Net als in Nederland…