woensdag 6 juli 2011

Zweden

Een zomerse vakantie in Zweden (dit artikel is eerder gepubliceerd in het CTC nieuws)





Een voorspoedig begin
Na eindeloos kruisen op de Waddenzee tegen wind en stroom in hebben we ideale zeilomstandigheden naar Brunsbüttel: nauwelijks zeegang, lichte noordelijke wind, juist genoeg om 6 knopen voortgang in de goede richting te maken. 
We hebben meteen al een duif aan boord die de diverse zeilwisselingen (genaker – reacher – genua) trotseert door steeds een ander ‘rustig’ plekje aan boord op te zoeken. Ik had eigenlijk graag via het Kattegat gewild, maar helaas was het weer niet stabiel genoeg. Dus ‘trotseren’ we nu de jammerverhalen over de Deutsche Wasserpolizei die naar verluid soms zoekt naar redenen om boten op de bon te slingeren, of erger nog, aan de ketting te leggen. Gelukkig worden we niet lastiggevallen. De Elbe bij Cuxhaven is veranderd in een grote klotsbak door de vele loodsboten en andere snelle schepen die daar rondcrossen; niet ideaal als je plat voor de wind met stroom tegen probeert nog wat voortgang te maken. Ook niet ideaal is de sluispassage. Eerst bijna een uur de boot gaande zien te houden op de stroom vanwege het ontbreken van een afmeergelegenheid voor de sluis, terwijl af en toe de boze, zeer dwingende stem van de sluiswachter uit de luidspreker schalt om zijn voorhaven maar vooral vrij te houden van jachten die luwte op willen zoeken. En dat terwijl daar helemaal geen scheepvaart is en de sluis leeg teruggeschut wordt…. Welkom in Duitsland! Inmiddels hebben zich flink wat jachten verzameld, is het duidelijk dat er maar 1 sluis in gebruik is voor jachten en moet er met alle jachten ook nog een coaster meegeschut worden. De coaster lijkt de gehele sluislengte in bezit te nemen en we passen er niet naast. Wel wordt er, voor ons onverstaanbaar, iets geroepen door de luidspreker over die trimaran. Gelukkig is er een aardige Duitser die het voor ons vertaalt: wij moeten achter de coaster gaan liggen! Volgens ons past dit niet, maar blijkbaar wordt de binnendeur niet gebruikt. De sluiswand wordt beschermd door afzonderlijke drijvende pontons, die via verticale kettingen geleid worden. De coaster heeft zijn schroef nog in zijn werk, maar aanmeren aan het ponton direct achter de coaster gaat gelukkig goed, we steken achter het ponton nog zo’n 2 meter uit.
Aan het vlot in de sluis bij Brunsbuttel
Het uitvaren van de coaster is een avontuur op zich. Zijn schroefstraal brengt het water dusdanig in beweging, dat we met ponton en al in een wildwaterbaan lijken te zijn beland! Het ponton komt diverse malen meer dan een meter los van de sluiswand om daar vervolgens weer met een flinke klap tegen aan te knallen. Gelukkig hebben we de boot goed vastgemaakt en liggen we aan slechts 1 ponton en niet aan 2! 

Harde wind
Het eerste stukje van onze reis hadden we een ideaal weervenster te pakken, maar ons geluk lijkt op te zijn: de voorspelling voor komende week is harde wind. Zo gaan we het IMM niet halen! In het troosteloze Holtenau liggen we in de haven een dag verwaaid met NO7, stuiterend in de golven die vanuit de Kieler Fjord de haven binnenlopen. Maar dan blijkt toch de voorspelling onjuist te zijn en wordt de wind minder. Althans volgens het weerbericht. Op onze gribfiles is dat nog niet zo overtuigend te zien. Gelukkig heeft het weerbericht het dit keer bij het rechte eind en zeilen we met een stevige ZW wind en navenante golven naar Zweden. Ondanks verwoede pogingen is het ons afgelopen winter helaas weer niet gelukt de vibratie uit het zwaard te krijgen. Surfend van de hoge golven vibreert het zwaard nog steeds dusdanig dat slapen binnen onmogelijk is.  Als we de zuidoost hoek van Zweden gepasseerd zijn wordt de zeegang gelukkig gebroken door de eilandjes en rotsen en later door het vasteland. Eindelijk kunnen we slapen! In de Kalmarsund (smal stuk water tussen de ZO punt van Zweden en Oland) wordt de wind een stuk minder en is daarmee helemaal ideaal om heerlijk bij te slapen. We zeilen door naar het prachtige scherengebied en gaan in Nynashamn in de marina liggen om boodschappen te doen. De havenmeester vraagt naar onze breedte en meteen gaan al onze alarmbellen rinkelen. We doen alsof we de vraag niet begrijpen en krijgen een wedervraag: breder of smaller dan 3 m? We zijn gerustgesteld! De prijsstelling is afgestemd op de breedte van scherenkruisers en gelukkig zijn er maar 2 categorieën….


IMM
De website van het IMM maakte melding van gezamenlijk opzeilen naar Stockholm. Maar de info was onduidelijk en de organisator moest het door persoonlijke omstandigheden laten afweten. We besluiten toch maar naar het verzamelpunt te zeilen. Uiteindelijk liggen we er met 6 multihulls. Het blijkt een enorm populaire baai te zijn, we schatten dat er zo’n 120 boten in de baai liggen! 
Zweeds massatoerisme
Gelukkig liggen de Zweden graag met de kop aan de rots en een anker achter uit, waardoor er voldoende plek is voor de buitenlanders om te ankeren. Vandaar uit zeilen we in 2 dagen naar Stockholm. We blijken niet in de wieg te zijn gelegd voor flotieljevaren en besluiten buitenom te gaan zeilen ipv binnendoor te motoren. Het laatste stuk zeilen we wel gezamenlijk op, maar de snelheidsverschillen zijn vanzelfsprekend groot. Die worden echter weer teniet gedaan door het wegvallen van de wind, waardoor de motoren gestart worden (behalve dan die van ons). We komen als één van de laatsten van de ruim 60 boten in Stockholm aan. Er lijkt weinig regie te zijn op de ligplaatstoedeling en niemand geeft aanwijzingen. De enige plek waar wij nog kunnen liggen is langszij een Dragonfly 800. We zijn ruim een uur in de weer om lijnen uit te brengen naar de overkant, zodat de Dragonfly en de 4 boten ernaast bijna meer aan ons hangen dan wij aan hen. Uiteindelijk liggen we prima. Tijdens het strijken van de genua is Hennie op het voordek gevallen en heeft hij zijn pols bezeert. Het lijkt niet heel ernstig en met een natte lap om de pols om de zwelling tegen te gaan is hij ijverig met de lijnen bezig. ’s Avonds wil een boot uit ons rijtje vertrekken! Gelukkig is er weinig wind en gaat het prima. 
IMM, een deeltje van de vloot
Als we zo ongeveer weer liggen blijkt de havenmeester regie te willen gaan voeren en moet de Dragonfly opeens tussen ons uit. En dan begint dus het hele gedoe met lijnen weer opnieuw. Uiteindelijk kunnen we om 21 uur aanschuiven bij de bbq.
Onhandig zo'n gipsen pols
Hennie zijn pols begint inmiddels behoorlijk pijn te doen en we besluiten de volgende dag zekerheidshalve naar het ziekenhuis te gaan. Helaas kunnen we nu niet mee doen met de landenwedstrijd (wedstrijdjes in diverse disciplines van roeien tot torens bouwen tot kennis quizzen; zie voor meer info het artikel van Pieter en Marie-Anne). Er worden röntgenfoto’s gemaakt van Hennie zijn pols en, hoewel op de foto’s geen breuk te constateren is, denkt de orthopeed vanwege de symptomen dat er waarschijnlijk toch een beentje gebroken is. Dat is een flinke tegenvaller! Zijn linker pols gaat in het gips en daarmee is die arm en hand voor de rest van de vakantie uitgeschakeld.

Wedstrijd zonder ‘local knowledge’
Stockholm blijkt een prachtige stad: veel mooie oude gebouwen, veel parken, veel water! We genieten met volle teugen, temeer daar het prachtig warm zomerweer is. Het IMM is erg gezellig en leuk. We ontmoeten vele gelijkgestemden en bekijken vele mooie en unieke boten. Er wordt één wedstrijd verzeild, hetgeen de inmiddels vertrouwde, maar wel gezellige en ongeorganiseerde chaos oplevert tijdens het uit- en invaren van de haven en het weer een plekje vinden. Ronald Duk en een Noorse jonge vrouw, Lina, zeilen tijdens de wedstrijd met ons mee. Samen met een Pulsar 30 zijn we de snelste boot. Iedere 30 sec start er een boot, de snelste als laatste. Dat betekent dat we alle boten in moeten halen. Dat zijn we niet gewend! 
In de wedstrijd
We werken ons door het veld naar voren, vuile wind omzeilend en frequent gijpend. Na de eerste boei volgt een kruisrak. We liggen midden in het veld en gaan flink vaak overstag om vrije wind te zoeken en zo goed en zo kwaad als het gaat gebruik te maken van de vele windshifts en windvlagen. Enerverend en erg leuk zeilen! Onze overstagmanoeuvres verlopen uiteindelijk vlekkeloos! We hebben ingeschreven met genaker, maar dat was achteraf gezien niet handig: veel rakken zijn net niet bezeild met onze genaker. De Pulsar heeft wel ingeschreven met reacher en stuift ons op een gegeven moment weer voorbij als we de genaker moeten strijken. Onze val zit echter muurvast! Gelukkig hebben we een strijkhoes. Ronald slaagt erin om ondanks de stevige wind de strijkhoes met genaker onder controle te houden! Het laatste stuk zetten we de genaker weer bij en halen we de Pulsar weer in. We liggen ruim boord aan boord bij de finishlijn, zijn de loefwaartse boot, roepen om ruimte en krijgen die. We halen nipt lijn honours. Lina neemt de taak op zich om de mast in te gaan om de val te klaren. Tijdens de prijsuitreiking blijkt dat we een 5 min penalty hebben gekregen vanwege ‘rough behaviour on the finish line’. Navraag levert op dat de wedstrijden niet onder het wedstrijdreglement verzeild werden, maar onder het zeeaanvaringsreglement: de Pulsar hoefde ons dus geen ruimte te geven en had het recht om ons tot boven de finishlijn te loeven….

Naar de Åland archipel
Zonsondergang op een mooie ankerplaats
Na het IMM zeilen we noordwaarts door de scheren. We zijn op weg naar de Åland archipel en willen zo ver mogelijk komen met de huidige gunstige wind. Er staan weinig ankerplekken aangegeven op de kaart die met de huidige wind beschutting geven en we denken op goed geluk wel wat te kunnen vinden. Dat valt tegen! Wat op de kaart geschikte ankerplekken lijken te zijn, blijkt vaak toch te diep/te klein of er liggen kabels op de bodem waardoor ankeren verboden is. Later blijkt ook dat sommige ankerplekken geen geschikte ankergrond hebben (te veel stenen). Dat verklaart waarom de wel aangegeven ankerplekken over het algemeen bomvol liggen.
Luchtweerspiegeling op een windstille ankerplek
Op weg naar de Åland archipel krijgen we te maken met een vreemd fenomeen: bij de mastunit waait het flink harder dan op zeeniveau (waar het bijna windstil is) en uit een andere hoek; we kunnen niet hoger zeilen dan 55 graden aan de schijnbare wind. Mist ligt op de loer, maar gelukkig blijft die op voldoende afstand. De Åland archipel is prachtig met zijn rode granieten rotsen én heerlijk rustig vergeleken met de Zweedse scherenkust. Door Hennie zijn pols kunnen we helaas niet fietsen, waardoor we Gotland voor een latere vakantie bewaren en via de Zweedse scheren weer naar het zuiden afzakken.

Ankerblok valt overboord
Door Hennie zijn pols is de rolverdeling aan boord stevig veranderd. Hennie was altijd degene die het zwaardere werk deed, nu is het mijn taak om de zeilen te hijsen, de genua te strijken en te ankeren. We hebben een uitgekiend ankersysteem waarbij we een zelf gemaakt blok onder de boegspriet gebruiken als ankerrol. Het werkt super, maar er zijn wel vele handelingen nodig die in de juiste volgorde uitgevoerd moeten worden. Ik ben (nog?) minder bedreven hierin en tijdens een ankermanoeuvre zit de ankerlijn in de war met een spischoot. Hierdoor klikt een snapshackle open en verliezen we ons ankerblok! We liggen inmiddels wel voor anker, maar ankerop gaan zal lastig worden en opnieuw ankeren zonder de boot te beschadigen zal waarschijnlijk een onmogelijke opgave worden. We bedenken ’s avonds diverse alternatieven voor ons ankerblok, maar alle komen ze erop neer dat we ergens hout of RVS moeten zien te krijgen. En dat we daarvoor dus in een marina moeten afmeren omdat we niet kunnen ankeren. En dat terwijl er flinke wind voorspeld wordt en Hennie een arm niet kan gebruiken. We denken, gelukkig voor maar even, met weemoed terug aan Bagheera: simpel ankeren en altijd veel reservemateriaal aan boord. Ik word steeds gemotiveerder om het blok terug te vinden, dus de volgende morgen ga ik in het koude water overboord om op 5,5 m diepte het blok terug te proberen te vinden. Gelukkig is het water redelijk helder en zijn er geen kwallen. En na een tijdje ben ik ook aan de kou gewend. Na 20 minuten vind ik eindelijk het blok! Ons geluk kan niet op! Als ik uit het water kom heb ik het nog steeds niet koud, maar kort daarna wel! Ik begin onbedaarlijk te rillen en na pas een half uur begin ik weer een beetje op temperatuur te komen… We zetten een extra borging op het blok en nemen ons voor om een reserve blok te maken deze winter!

Landleven aan boord
Buiten de scheren om maken we een flinke stap naar het zuiden. We hebben erg veel zweefvliegen en andere insecten aan boord, het IJsselmeer tijdens een windstille zomerdag is er niets bij! Ook komt er een uitgeput zangvogeltje aan boord. 
Walhalla voor het insectenetertje
Het vindt een ‘rustig’ plekje om uit te rusten en begint na een tijdje van de vliegjes te eten. Het beestje knapt zienderogen op! Wat gaat dat toch snel bij zo’n klein vogeltje! Er is meer eten dan dat hij op kan en vaak zien we hem met een insect in zijn bek, wachtend totdat er weer wat bij kan in zijn maag. De snelheid van zijn stofwisseling kunnen we goed bijhouden aan de hand van zijn vele uitwerpselen. Ongelooflijk wat zo’n klein beestje kan produceren. Na een tijdje is het vogeltje weer uitermate fit en hopt vrolijk de hele boot rond, niet langer dan een paar seconden op dezelfde plek zittend. 
Uitgeputte roofvogel 
Na een tijdje komt er een uitgeputte roofvogel aan boord. Deze probeert een plek op de zaling te bemachtigen, en met steun van een vleugel weet hij zich daar uiteindelijk stand te houden. Het vogeltje houdt de roofvogel nauwlettend in de gaten, maar heeft snel door dat de vogel te uitgeput is om een duikvlucht op hem in te zetten. Nabij land vliegt de roofvogel weg, maar het kleine vogeltje blijft nog een tijdje aan boord: zo’n Luilekkerland verlaat je niet zomaar!



Spannende passage op het Kielerkanaal
Vrijwel windstil
In afwisselend windstilte en te veel wind dobberen of stuiven we richting Kiel. Ons geluk met het weer lijkt op te geraken: de voorspelling is onophoudelijk harde westenwind. Vanuit Kiel maken we daarom nog een uitstapje naar het prachtige Ærøskøbing en de Schlei monding en besluiten dan het Kielerkanaal op te gaan en daar beter weer af te wachten. Op weg daarnaartoe trekt de wind in een bui even venijnig hard aan tot 34 knopen. We varen met kotterfok en dubbel gereefd grootzeil, maar dat is veel te veel van het goede. We draaien daarom in de wind om het grootzeil te laten zakken. Ik hoor dat de fok flink klappert, het grootzeil is inmiddels half naar beneden, maar de boot wil niet aan de wind blijven liggen. Ons hoogbejaarde grootzeil dat we altijd zo goed mogelijk vertroetelen om het nog een jaar mee te laten gaan, wordt met zijn kwetsbare laminaat ruw tegen bakstagen en lazyjacks geschuurd. De tophoek van de kotterfok blijkt losgegaan te zijn van zijn voorlijklijn. We starten de motor, draaien de boot alsnog met de kop in de wind en strijken de hele handel. De fok is snel gerepareerd, het grootzeil heeft meer ‘tender, love and care’ nodig in de vorm van Mylar plakwerk.
We gaan meteen door het kanaal op. De scheepvaart op het kanaal wordt geregeld met lichten, met name het oostelijke deel van het kanaal bevat een paar smalle stukken. De sluiswachter meldt ons dat we verderop drie rode lichten krijgen en dan niet mogen doorvaren. We houden de lichten in de gaten, maar nergens worden 3 rode getoond. In een bocht zie ik een boeg achter de bomen te voorschijn komen. 
Deze passage ging maar net goed....
Deze lijkt wel groter dan alle voorgaande... Als we het gehele schip zien slaat de schrik ons om het hart. Dit gaat niet passen! Het schip moet het midden van het kanaal aanhouden in verband met zijn diepgang en trekt een enorme kuil aan weerszijden van zich. Door het kanaaltalud wordt de bevaarbare breedte naast het schip flink verminderd. We zijn juist een veerstoep gepasseerd met een stukje wat op een kade leek. We keren snel terug naar deze iets bredere plek. Het grote schip toetert luid en met het hart in de keel wachten we de passage af. Het is erg spannend: de stroomsnelheid is enorm en we spoelen alsnog richting talud waar we het water verontrustend laag zien staan. We sturen strak achter de kont van het schip langs en komen met de schrik vrij.


Weergat
In Rendsburg wachten we de harde wind af, perfect liggend aan de hoge wal. In de luwte waait het af en toe meer dan 30 knopen, vergezeld met hoosbuien. Wat een hondenweer! Wat zijn wij blij dat we in Rendsburg liggen en niet in Brunsbüttel of Cuxhaven waar het ongetwijfeld nog veel harder waait!
Het weergat waar we op azen lijkt echter niet stabiel: soms lijkt het wel aan het eind van de week rustiger te worden, soms ook niet of pas veel later. We beginnen wat onrustig te worden, gaat het ons wel lukken om de boot uiterlijk zondag in Nederland te hebben? Waarom hebben we geen trailersailer, of een wat smallere boot zodat we door de kanalen terug kunnen naar Nederland….of een lekkere zware monohull die je gewoon aan de wind legt, de windvaan besturing het werk laat doen en waarmee opkruisen tegen 7 Bft slechts een kwestie van uitzitten is in het comfortabele dekhuis met een goed boek….. ?
Uiteindelijk lijkt het weergat toch te komen en wel op vrijdag. Je mag in de nachtelijke uren als plezierjacht niet op het kanaal varen, volgens de boekjes mag dat ‘pas’ vanaf 4.30 uur. Stipt 4.30 uur varen we in het kanaal op. Het is aardedonker… We snappen nu ook waarom je niet ’s nachts mag varen; het blijkt lastig om vanaf het zijkanaal de goede route te vinden naar het kanaal zelf. Gelukkig biedt de elektronische kaart uitkomst!
Terug op de Noordzee met een windgat met weinig wind
Sinds zo’n 1,5 week is er geen weergat geweest om de Elbe af te varen, dus het is nu een drukte van belang. Brunsbüttel en Cuxhaven stromen leeg. Wij zitten in de achterhoede en er is juist voldoende wind voor ons om te zeilen, en het is ook nog nét bezeild voor ons. We zijn de enige die zeilen: iedereen stoomt op de motor ‘tegen de wind in’.  En dan is het weer ouderwets genieten: we lopen iedereen in en zeilen de meesten voorbij voordat we de Elbe monding bereikt hebben. De gedachten aan een zware degelijke monohull laten we daarmee ook weer ver achter ons… ’s Nachts valt de wind weg en stomen de kieljachten, soms met de meest bijzondere lichtencombinaties, ons weer voorbij. Bijzonder om op zee zoveel lampjes om je heen te zien. Het laatste stuk op zee is weer lekker jakkeren met een mooie zuidenwind en de Waddenzee biedt weer volop gelegenheid om onze overstagmanoeuvres te oefenen. Het laatste stuk over het IJsselmeer gaat zelfs gepaard met prachtig weer, weer dat Nederland de afgelopen weken nauwelijks gekend heeft. Zondagavond varen we onze box in, terugkijkend op een fantastische vakantie met goed weer en zeer gunstig gestemde windgoden. Yana heeft zich van haar beste kant laten zien deze vakantie: dat smaakt naar meer!