Schrrrrr…..Trijnie, kom snel! De spinaker! We zijn juist
bezig met de afwas als vlak voordat het donker wordt de spinaker (een voorzeil
dat we op voordewindse rakken gebruiken bij weinig wind) scheurt. De tophoek is
uitgescheurd en daardoor scheuren vervolgens ook het voor- en achterlijk eraf.
We voeren alleen op spinaker in niet al te veel wind (15 knopen), dus zodra de
hele handel voor de boot in het water ligt, zakt onze snelheid flink en lukt
het, met flink wat moeite, om de restanten binnenboord te trekken. Gelukkig hebben
we kunnen voorkomen dat we ons steentje bijdragen aan de afvalberg in de
oceaan..….
3 dagen geleden zijn we vertrokken uit Mindelo. De laatste
dagen op de Kaap Verden voelden we ons beiden niet helemaal fit en hadden we
wat last van darmkrampen. We gingen ervanuit dat het niets ernstigs was, dat we
iets verkeerds gegeten hadden, en zijn daarom gewoon vertrokken. Maar bij
Trijnie worden de klachten niet minder. De onzekerheid slaat toe. Toch geen
blindedarmontsteking? Of een andere vervelende ziekte? Omdat Hennie dezelfde
soort klachten gehad heeft, hopen we dat het toch gewoon voedselvergiftiging is.
Maar de bron ervan moet dan aan boord zijn. Na al het andere uitgesloten te
hebben, blijft als enige verdachte onze drinkwaterpomp over. We hevelen het
meeste drinkwater uit onze tank over in jerrycans en flessen en gebruiken de
pomp niet meer. Gelukkig helpt dit; na verloop van tijd worden de klachten
minder!
We hebben het grootste deel van de overtocht vrij weinig
wind pal van achteren; het is dus erg jammer dat onze spinaker al op de derde
dag kapot gegaan is.
geen spi meer, dus onze 2 genua's maken overuren (met elastiek tussen de schoten om de ergste klappen op te vangen) |
Het grootste deel van de tijd hebben we vervelende golven uit
het zuidoosten, dus dwars op onze koerslijn. Dat is geen probleem als er
voldoende wind is, maar bij het lichte weer dat we vaak hebben zijn deze golven
soms ronduit vervelend. De boot klapt af en toe enorm met de drijvers, waardoor
het erg oncomfortabel vaart en er regelmatig zout water in de kuip komt. Binnen
de kortste keren is dan ook alles zout. Ook dat draagt niet bij aan het
comfort. En overdag is het HEET! Hennie wordt gelukkig steeds inventiever in
het ophangen van het zonnekleedje, zodat we meestal niet in de felle zon hoeven
te zitten.
Verder is het opvallend dat van het ene moment op het andere
de zee veranderd in een heksenketel: overal nare, steile en brekende golven die
het zeilen erg oncomfortabel maken. Meestal duurt het maar kort (10 minuten),
soms duurt het een paar uur. We denken dat het komt door stroomwervels (iets anders kunnen we niet verzinnen).
Maar we hebben gelukkig ook mooie zeilmomenten. Periodes dat
er wel voldoende wind is en de boot heerlijk loopt. De nachten zijn voor het
grootste deel heerlijk licht vanwege de volle maan. Soms is het zo licht dat je
eerder het gevoel hebt van een donkere dag als van nacht… En gelukkig doet de
stuurautomaat zijn werk redelijk goed, waardoor we nauwelijks zelf hoeven te
sturen. We zien opvallend veel vogels gedurende onze gehele oversteek.
Halverwege is het tijd voor champagne!
En ook Yana krijgt natuurlijk wat champagne: zij heeft het
nog het meest verdient!
Na een aantal dagen krijgen we zuidoosten wind; dit moet de
wind zijn die die vervelende golven veroorzaakt. Gelukkig kunnen we nu het
grootzeil erbij zetten; de golven uit het zuidoosten zijn nu geen probleem
meer, omdat we nu voldoende zeildruk hebben. En het schiet opeens lekker op.
Heerlijk zeilen! Het begint wat buiig te worden.
We vangen regenwater op en zetten van dit versgebrouwen
water (verser kan niet) een heerlijk kopje thee. En de boot én wij krijgen een
gratis zoete, verkoelende douche! Heerlijk!
De buien worden steeds feller en regelmatig hebben we in de
buien meer dan 30 knopen wind. Op een gegeven moment wordt het helemaal
bewolkt. ’s Nachts begint het flink te waaien, maar regent het niet. Urenlang hebben
we windkracht 7 tot 8. We besluiten maar alle zeilen te strijken en voor top en
takel weg te lopen; wel zo rustig en anders komen we in het donker in Frans
Guyana aan. De volgende dag is de wind weer wat genormaliseerd en zetten we de
zeilen weer bij. De golven zijn echter enorm! Eerst denken we dat het komt door
de harde wind die we gehad hebben, maar dan zien we dat we maar liefst 2 knopen
stroom tegen hebben. Hoe kan dat nou? We zouden toch stroom mee moeten hebben?
We diepen een papieren kaart op (die waren tot nu toe alleen ballast, want
sinds we de elektronische kaart hebben gebruiken we de papieren helemaal niet
meer) en daarop staat inderdaad de ‘Equatorial counter-current’, die inderdaad een
stroomsnelheid van 2 knopen kan ontwikkelen. Dichter naar de Zuid-Amerikaanse kust loopt de ‘Guyana current’, die wel
mee loopt. We besluiten daarom hoog aan de wind te gaan varen, naar het zuiden.
Met weinig snelheid (6 knopen) gaat dat verrassend goed! Al vrij snel worden de
golven minder extreem, dus na een paar uur gaan we weer op koers liggen naar
Frans Guyana. De tegenstroom is er nog steeds, maar gelukkig niet meer dan 1
knoop. Pas vlak voor de kust neemt deze af; de ‘Guyana current’ hebben we
helaas niet getroffen….
Na 10 dagen en ruim 1800 mijl bereiken we Iles du
Salut; 3 eilandjes voor de kust van Frans Guyana.
De ankerplek schijnt nogal
oncomfortabel te zijn: veel golven en stroom. Er is nu echter weinig wind, dus
geen golven en ook nauwelijks stroom. Een super comfortabele ankerplek dus! We
toasten op de goede oversteek. Het voelt heel bijzonder om met onze eigen boot
in Zuid-Amerika zijn! We inspecteren de boot minutieus: de boot lijkt helemaal
niet geleden te hebben onder de vervelende klappen. Nergens haarscheurtjes oid.
Wat is het toch een sterke, degelijke boot! Hulde aan de bouwer, Simon
Rhebergen, en aan de ontwerper, Tony Grainger!
De ankerplek is prachtig!
De 3 eilandjes worden overwoekerd door kokospalmen en de kokosnoten kunnen we simpelweg naast de boot uit het water vissen.
De eilanden zelf zijn indrukwekkend: prachtige tropische
natuur met veel dieren.
De eilanden (onder meer Duivelseiland) zijn bekend van het
gevangeniscomplex dat er eind 19e en begin 20e eeuw was;
de film ‘Le Papillon’ gaat daarover. Er was een afschrikwekkend bewind en de
leefomstandigheden waren dusdanig slecht dat vele gevangenen stierven. Erg indrukwekkend om de kleine, donkere
cellenblokken te zien en de andere ruïnes.
palmen overwoekeren alles |
Inmiddels zijn er ook een flink aantal gebouwen gerestaureerd/geconserveerd.
ziekenhuis voor de bewakers en ander personeel (dus niet voor de gevangenen) |
oude woningen van de bewakers die nu verhuurd worden als toeristenaccommodatie |
Na een aantal dagen heerlijke, relaxte dagen gaan we door
naar buurland Suriname. Het is opvallend dat we in Frans Guyana nauwelijks
vissers zien en in Suriname ontzettend veel. Later horen we van een Surinaams
visbedrijf dat dat komt omdat in Frans Guyana de Europese regelgeving geldt en
er in Suriname vrijwel geen regels zijn….. ’s Nachts varen we voor de
Surinaamse kust en zien we overal vissersboten met felle lichten om ons heen.
Ook zie ik een soort lichtboeitje aan bakboord, op een redelijke afstand van
ons. Raar, want deze staat niet op de kaart. Aan stuurboord, ook op een
behoorlijke afstand, zie ik een vissersboot. Juist als ik een wat onzeker
gevoel krijg en me afvraag of die vissersboot en die ‘lichtboei’ iets met
elkaar te maken zouden kunnen hebben, is het te laat: de boot schuurt ergens
op, valt stil en loeft scherp op. Waarschijnlijk een visnet. Het is 20m diep,
dus de bodem kan het niet geweest zijn. We laten meteen het grootzeil zakken. Gelukkig
hebben we niet het gevoel dat het zwaard of roer serieus beschadigd zijn, want
de boot trilt niet en is weer gewoon bestuurbaar. Met de schrik in ons lijf
zeilen we alleen op de genua verder, ondertussen bij alle vissersschepen die we
tegenkomen (en dat zijn er heel erg veel) zoekend naar ‘zijn’ lichtboeitje. Maar die komen we niet meer tegen gelukkig.
Het water voor de kust is erg troebel door al
het sediment dat de vele rivieren afvoeren naar zee.
We zeilen de Suriname rivier op en passeren gehuchten met
namen als Nieuw Amsterdam, Vreeland, Boxtel en Dordrecht.
Voorburg |
Paramaribo |
De ontvangst in Domburg is als een warm bad. Letterlijk (het water is 30 graden en in de schaduw is het 35 graden) én figuurlijk. Een aantal Nederlandse boten liggen min of meer permanent in Domburg en een Nederlander verhuurt mooringboeien en is bezig om walfaciliteiten te bouwen. Onze ontvangst door hen is meer dan hartelijk! En het is heerlijk om weer op zoet water te liggen.
mooring bij Domburg |
Overdag is het heel erg heet,
maar tot nu toe volgt er altijd gedurende de 2e helft van de middag
een tropische hoosbui (soms met meer dan 35 kn wind) die voor de nodige
verkoeling zorgt. We zijn van plan hier een flink aantal dagen te blijven.
Volgende keer meer over onze belevenissen in Suriname.