maandag 9 december 2013

Suriname

Suriname vinden we een bijzonder land. Ten eerste vanwege de bevolkingssamenstelling. De oorspronkelijke bewoners, Indianen, zijn er vrijwel niet meer, de meeste zijn gestorven door ziektes die de immigranten meenamen. Sinds de 17e eeuw zijn er vele immigratiestromen geweest, met als gevolg dat de bevolking nu vooral bestaat uit Hindostanen (40%), Javanen (6%), Creolen (22%) en Chinezen (2%). Maar ook Joden, Libanezen, Brazilianen en natuurlijk Nederlanders zijn al lange tijd in het land aanwezig. Dit maakt het land tot een ware smeltkroes. De verschillende bevolkingsgroepen integreren relatief weinig (en hebben zo hun eigen (voor)oordelen over elkaar), maar raciale conflicten zijn er gelukkig ook niet. In Paramaribo staan bijvoorbeeld een moskee en synagoge letterlijk naast elkaar en vlakbij staat verder een kathedraal en protestantse kerk. De mensen zijn verder bijzonder aardig en gastvrij. Ook in het drukke Paramaribo.
moskee en synagoge zij aan zij

grootste houten kathedraal van Zuid-Amerika






In Paramaribo staan veel mooie oude koloniale gebouwen



Suriname vinden we ook bijzonder omdat er Nederlands gesproken wordt en een groot deel van de Surinamers wel eens in Nederland geweest is of er jarenlang gewoond heeft.


En Suriname is natuurlijk bijzonder vanwege haar vele voormalige plantages.

Opgezet door de Engelsen en daarna in grotere getale door de Nederlanders, hetgeen ons vele zwarte bladzijden in de geschiedenisboeken opgeleverd heeft.

Nadat de slavernij afgeschaft was, werd de zware arbeid verricht door Hindostanen en daarna door Javanen.

Kampong op plantage peperpot
Ook Nederlandse boeren uit Nederland en Gelderland hebben in de 19e eeuw geprobeerd om landbouw te bedrijven, maar vaak met een zeer teleurstellend resultaat: de grond was zompig en de tropische ziekten leidden tot hoge sterftecijfers.


huis in Groningen

vervallen plantagehuis in Groningen
Vrijwel alle plantages zijn niet meer in bedrijf, maar restanten zijn nog wel zichtbaar.

koffiefabriek Peperpot

koffieloods
plantagehuis Peperpot
  
Een goede waterhuishouding was essentieel voor de plantages; er zijn daarom nog steeds vele kanalen en stuwtjes.
gerestaureerd plantagehuis en sluisje op Peperpot 


Op veel voormalige plantages zijn mensen die er ooit gewerkt hebben gebleven. Ze hebben op de plantage een huis gebouwd en telen bananen, citrusvruchten, kouseband en andere heerlijke tropische groenten en fruit. Sommige zijn alleen per boot bereikbaar.

Laarwijk heeft sinds 4 jaar ook electriciteit







Dit wordt langs de weg of in marktkraampjes verkocht.


We hangen in Suriname flink de toerist uit en huren voor weinig geld een week een oude auto. De verhuurder zegt meerdere malen dat we hem moeten bellen als we problemen hebben en wijst ons nadrukkelijk op de plek van het reservewiel en legt ons uit hoe we een wiel moeten verwisselen. Dat belooft wat….. We negeren de rare geluidjes die de auto maakt en verkennen al hobbelend de omgeving. Men rijdt hier links, maar gelukkig heeft onze auto toevallig een automaat. De wegen zijn een belevenis op zich. Soms goed, vaker echter vol met onverwachte kuilen en diepe gaten. Én met vele steile drempels, die echter wel goed aangegeven zijn met een bord langs de kant van de weg. Maar het zijn er zo veel en soms op onverwachte plaatsen, dat we ze soms op het allerlaatste moment opmerken.  Getuige de staat van de schokbrekers van onze auto hebben meer mensen moeite met de kuilen, gaten en drempels…
Er zijn vrij veel kanalen, dus ook bruggen.
brug in weg naar Domburg
Vrijwel alle wegen lopen via Paramaribo, maar helaas staan de toevoerwegen altijd vast (in ieder geval op de tijdstippen dat wij er langs komen). Er is een tijdje geleden een nieuwe brug opgeleverd om de zuidelijke toevoerweg naar Paramaribo te ontlasten; alle toevoerwegen liggen er, maar helaas is de onteigening van de grond waar de op- en afrit moet komen nog niet gelukt en kan de brug dus niet gebruikt worden.



Een aantal kruispunten bij Paramaribo hebben geen stoplichten en als onwennige toerist is het verre van relaxt om je dan door het chaotische verkeer een weg te moeten banen. De afstanden vallen ons erg tegen: Suriname is een groot land en echte snelwegen zijn er natuurlijk niet.
Maar we bezoeken vele mooie plekken. Zoals de vlindertuin in Lelydorp.

Deze fluoriserende vlinder zien we veel in open plekken in het bos (maar het lukte niet om deze te fotograferen)
 

De tuin exporteert poppen naar vlindertuinen in het buitenland. We krijgen een erg interessante rondleiding en zijn onder de indruk van het arbeidsintensieve proces om dergelijke poppen te kweken. De rupsen zijn eigenlijk het belangrijkst, die moeten onbelemmerd de juiste bladeren kunnen eten. En die planten moeten dus ook gekweekt worden. Potgrond uit Nederland blijkt hiervoor bedrijfseconomisch het beste te zijn….

vlindereitjes
rupsen van dezelfde vlindersoort in opeenvolgende stadia
poppen van verschillende vlindersoorten
vlinder die juist uit zijn pop gekomen is
inpakken van poppen voor export naar vlindertuinen
Ook bezoeken we de Brownsberg, een natuurreservaat. De Stinasu (Stichting Natuurbeheer Suriname) leidt volgens ons echter een kwijnend bestaan: er is nauwelijks nog voorlichtingsmateriaal en de gebouwen op de Brownsberg lijken slecht onderhouden te worden. Ze hebben de grond in erfpacht gekregen; zodra daar ook bauxiet gevonden wordt zullen ze de Brownsberg moeten verlaten. Het bauxietbedrijf van Suriname (Suralco) heeft veel stroom nodig. Men heeft in de jaren 60 daarom een groot stuwmeer aangelegd (1560 km2). Vele dorpen liggen nu op de bodem van dat meer en de mensen zijn ondergebracht in zogenaamde ‘transmigratiedorpen’.  Toch horen we hier weinig negatieve geluiden over. Het stuwmeer leidde tot zuurstofarm water, hetgeen dramatisch was voor de visstand, alleen de sterkere vissen (Piranha’s) overleefden. Ook de waterhyacint werd een plaag; deze wordt nu chemisch bestreden. Helaas viel de elektriciteitsproductie van het meer tegen, waardoor de aluminiumsmelterij nooit de omvang bereikt heeft die men ooit voor ogen had.

stuwmeer met de restanten van bomen die onder water gezet zijn
Ondanks dat natuurbeheer geen prioriteit heeft in Suriname, is er gelukkig nog heel veel moois te zien.











Natuurlijk bezoeken we ook Fort Zeelandia, berucht van de Decembermoorden.






En al die tijd liggen we zeer comfortabel aan een meerboei bij Domburg. Op de zuidelijke oever horen we dorpsgeluiden, op de noordelijke brulapen en op onze boot onze eigen bootvogeltjes.
Het is een erg gezellige plek om te liggen. We liggen tegenover het gezellige dorpspleintje met eethuisjes, groentestalletjes etc. Veel Nederlanders zijn hier neergestreken en zijn een bedrijf begonnen. Ook veel Nederlandse zeilers zijn blijven hangen.
Foto's van Domburg en ankerplek volgen de volgende keer. 

De komende dagen gaan we met een georganiseerde tocht naar het binnenland. Daarover in het volgende blog meer.